Het stuk kust van de provincie Rome van Civitavecchia in het noorden tot Neptunus in het zuiden wordt beschouwd als een Romeinse kust. De Romeinse kust, hoewel de kust voornamelijk zanderig is, heeft een zeebodem van verschillende aard (rots, zand, algen, kiezels, modder). Het is van oudsher een punt van commercieel verkeer over zee en archeologische overblijfselen zijn vandaag de dag nog steeds zichtbaar als bewijs hiervan. Er zijn tal van zoetwaterstromen die daar stromen, waarvan de belangrijkste de rivier de Tiber is, terwijl we ons onder de secundaire herinneren: de Astura, de Sanguinaro, de Arrone, de Micino (opgenomen in het Trajanuskanaal dat zijn naam geeft aan de stad Fiumicino). De gemeenten van de Romeinse kust zijn: Neptunus, Anzio, Ardea, Pomezia, Rome, Fiumicino, Cerveteri, Ladispoli, Santa Marinella en Civitavecchia. Lavinio, Tor di Caldano, Lido dei Pini, Tor San Lorenzo, Torvaianica, Lido di Ostia, Isola Sacra, Focene, Maccarese, Passo Oscuro, Palo Laziale, Palidoro, Marina di San Nicola, Santa Severa en Sant'Agostino liggen in de buurt van Deze gemeenten.